Het gebeurt weleens dat Cor van Duijn (40) er tijdens een overleg of thuiswerkdag opeens tussenuit glipt. Dan roept de plicht: als plaatsvervangend schipper bij de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij KNRM moet hij binnen tien minuten aanwezig zijn bij het boothuis om uit te varen als er een noodgeval wordt gemeld. Cor vertelt hoe dat zijn leven en werk beïnvloedt.
Cor werkt als afdelingshoofd bij Allseas, een ingenieursbedrijf in de offshore energiemarkt. ‘Soms gaat mijn pieper als ik in een Teams-overleg zit. Dan roep ik: “Sorry, ik ben weg!” Ik laat dan alles vallen, en ben alleen maar bezig om zo snel mogelijk in het boothuis te komen.’ Er gebeurt veel in die tussenliggende tien minuten: ‘We krijgen informatie van de kustwacht, maken de boot klaar, doen ons overlevingspak aan en worden door de tractor naar het strand gebracht. Iedereen weet wat er verwacht wordt en wat de bedoeling is.’
Hoewel Cor dus regelmatig vanuit een werksituatie komt, gaat de knop direct om. ‘Soms heb ik nog wel de tijd om een appje te sturen dat ik niet bij de volgende vergadering ben. Een foto van de boot is dan voldoende. Ik heb nog nooit een negatieve reactie gehad. Mijn collega’s vinden het juist fascinerend dat ik dit naast mijn werk doe.’
Even wat tussendoor
‘Ik herinner me dat ik een keer op het punt stond om naar het kantoor in Delft te gaan, toen de pieper ging. Ik ging er direct heen. Er was een man vermist. Waarschijnlijk wilde hij gaan zwemmen, want zijn kleren lagen nog op het strand. Dus we maakten zoekslagen voor de kust. De kustwacht meldde vrij snel dat een zeiljacht hem had gevonden, vijf kilometer de zee op! Hij was flink onderkoeld en verward. Blijkbaar was hij ’s avonds al in het water gestapt. Gelukkig heeft hij het overleefd. De actie was in drie kwartier klaar, dus ik besloot te douchen en alsnog naar kantoor te gaan. “Wat ben je laat!” zeiden mijn collega’s. “Ja”, zei ik, “ik had even wat tussendoor …” Er gebeuren ook heel heftige dingen. Dan heb ik meer tijd nodig om te schakelen. We praten ook altijd na in het boothuis. Soms neem ik de rest van de dag vrij.’
Station Katwijk van de KNRM (Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij) telt zo’n 35 mensen. Met elkaar zorgen zij, naast de reddingsacties, voor het reilen en zeilen van het station. Cor: ‘Denk aan reparaties, opleidingen, schoonmaak, vergaderingen. Alles wat te maken heeft met de operationele inzet.’ De vrijwilligers zijn 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar. ‘Als die pieper afgaat, moet er gewoon een team klaarstaan. We houden onze beschikbaarheid bij in een gezamenlijke agenda, en die houdt automatisch in de gaten of er geen tekort ontstaat.’ Tijdens werkuren is de bezetting het krapst, geeft Cor aan. ‘Het is al moeilijk om mensen te vinden, en dan moeten ze ook nog weg kunnen van hun werk én in de buurt zijn.’ Vandaar dat Cor een dag per week thuiswerkt.
Op die manier kan hij binnen 10 minuten bij het boothuis zijn. ‘Mijn werkgever weet dat ook. Als ik ’s nachts in actie moet komen, en dan ’s ochtends nog een uurtje langer blijf liggen, is een appje naar mijn leidinggevende voldoende. Er is alle begrip voor het werk dat ik doe.’
Bepaalde focus
Dat komt mede door de werkgeversdagen die de KNRM organiseert. Cor vertelt: ‘Ik heb toen het management van Allseas gevraagd om in het boothuis te komen kijken, en ze hebben ook meegevaren. Dat creëert begrip en zorgt voor meer steun. Het management zag dat wij een bepaalde focus hadden in de boot. “Dat zouden we op kantoor ook wel willen hebben”, lachten ze.’ Toen Cor solliciteerde bij Allseas, vertelde hij ook over zijn vrijwilligerswerk. Ik was benieuwd of dat consequenties had, maar het was geen enkel probleem. Ik moest in die tijd nog een opleiding doen voor de KNRM. Allseas zei: “Doe dat maar, en je hoeft er geen vrije dagen voor op te nemen.”’
Het reddingswerk zit bij Cor in de genen: ‘Ik ben ermee opgegroeid, noem het een familietraditie. Mijn opa zat bij de KNRM, mijn vader ook nog steeds. Ik ging als klein jongetje al mee. Wij woonden praktisch naast het oude boothuis. Toen ik bijna klaar was met mijn studie, kwam er een plekje vrij. Nu zijn we alweer 18 jaar verder. Ik denk dat ik namens iedereen bij de KNRM spreek, als ik zeg dat de mooie dingen zwaarder wegen dan de verdrietige dingen. Anders houd je het ook niet vol. Je moet er ook wat voor inleveren, qua tijd en beschikbaarheid. Het is een soort leefwijze, met de pieper altijd in de zak. Altijd bedenken of je het dorp uit kan, of je wel binnen tien minuten terug bent voor het geval je wordt opgeroepen.’ Vooral in de zomer is het druk, dan komt het gros van de meldingen binnen. Per jaar zijn het er wel vijftig tot zestig. ‘Soms zijn we op tijd, soms ook te laat. Dat heeft wel tijd nodig om te slijten. Maar als de reddingsactie lukt, geeft het onwijs veel voldoening. Daar kan je werk niet tegenop!’
Tip!
Luister de podcast Redders op zee van de KNRM
op Spotify of via www.podcastluisteren.nl